Het meisje uit de stilte
Haar knietjes opgetrokken,
Haar ogen gesloten,
Haar handen tot vuistjes geknepen,
En haar mond half open
Langzaam opende ze haar oogjes,
Keek verschrikt om zich heen
Ze sloot haar handen om haar knieen
Maar zweeg alleen
Ze was zo klein,
En de wereld was zo groot,
Haar huid had een tint
En haar neusje was lichtrood
Ze tekende met haar vingertje,
In het warme zand
Ik ging voorzichtig naast haar zitten,
En aaide over haar kleine hand
Haar lippen bewogen,
Maar ze bleef zwijgen
Er waren geen woorden nodig,
Om haar te begrijpen
Het meisje was,
Uit de stilte gekomen
Ze wilde niks,
Alleen maar dromen
We zeiden niks,
Droomden maar,
Onze mooiste dromen
En zaten daar
Onze knieen opgetrokken,
Onze ogen gesloten,
Onze handen tot vuisten geknepen,
En onze monden half open