Hij die leeft in het duister,
In de stilte die omringd
De stilte die langzaam bespringt
De stilte die zingt
Vind hij de rust
De wind die zacht zucht
De duisternis die hij kust
De eenzaamheid die hem leidt
En hem van het licht scheid
Zal hij daar blijven voor eeuwigheid?
Het licht heeft hem geveld
gekweld
Toch komt hij naar het licht toegesneld
Zal het licht hem geven wat hij mist?
Of zal hij zich laten terug leiden door de mist
Waar hij weer schuilen kan in de schaduw van de nacht
Waar de duisternis op hem wacht