Ik leg mijn pen weer neer.
Eventjes maar niet voor lang,
doen mijn oren ietwat zeer.
De stilte is een stille drang.
Zo kras ik de woorden op het eerst zo vlekkeloze papier,
en hoor de stilte wegebben als rusteloze golven.
Liever doe ik mijzelf een veel groter plezier,
en laat mij onder eeuwige stilte bedolven.
Doch ik weet in een wereld als de onze,
zal ik nooit ten onder kunnen gaan.
Dieper zinken dan het menselijk horen,
samen met de stilte stilletjes kunnen vergaan.