Jij bent degene die in m’n dromen verschijnt,
En bij de eerste stralen van de zon weer verdwijnt.
M’n hele leven ben ik naar je op zoek geweest,
op jacht naar die ene geest
waar je zo naar verlangt;
waar uiteindelijk je hele leven van af hangt.
Toch heb ik je nooit kunnen vinden,
want ik heb je door m’n dromen laten verblinden.
Ik ben je zo vaak tegengekomen,
Maar ben altijd verder blijven dromen
Van iemand die niet bestond.
Van een geliefde die nooit komt.
Ondertussen ben je met je leven verdergegaan,
Terwijl ik nog steeds achter een droom jaag die nooit heeft bestaan.