Buiten, de vlucht in gedachten,
zwevend door het helal.
Vormeloos ben ik, gevoelloos,
vermomd in het zwart omhulsel,
vertekend door de sterren,
verzadigd met het bloed van mijn handen.
Het leven met al z'n verbloemingen,
verdoemt is alles om mij heen.
Leeg omhulsel van mijn armen,
weggerot in het bestaan.
Verlangen naar het onbekende,
spring, val, eeuwig vrij!