Zwart
Het was een stralende dag
Hij pakte zijn boterhammen bij elkaar
Teder kuste hij haar
“Tot vanavond lieverd”…
ze zag nog zijn stralende glimlach
Op weg naar de mijn, kolen ophalen
Diep onder de grond elke dag weer
Dag vervaagde in de nacht elke keer
Maar zo kon hij wel de ring die hij
in gedachten had voor haar betalen
In de douche hoorde hij de ochtendploeg zingen
Hun kleren hingen hoog boven de grond
Het gezang klonk in het hele omkleed hok rond
Ze zongen liedjes van vroeger, vol herinneringen
Hij stapte de lift in, lampje ging automatisch aan
Mannen zaten als haringen in een ton
Toen langzaam de afdaling in de schacht begon
Even later stopte de lift en zagen ze de machines al staan
De ploeg ging aan het werk
Kolen kwam op de lopende band
Hier zaten de grootste van het land
Hij bemerkte een scheurtje in een wand,
maar maakte zich geen zorgen…want het was toch ijzersterk?
Even later schudde de aarde
De gang stortte langzaam in
Hij en zijn maten zaten net aan
het verkeerde eind…dit was het begin
Het begin van het einde wat ze
maar voor zichzelf bewaarde
In het begin hoorde ze nog een sirene
Maar dat geluid was door de vele rotsen
in de verte verdwenen
Hier diep in de mijn was geen kans op
een snelle redding
De ploeg ging de gang verder in, daar
was nog water geweest..volgens zijn herinnering
Hier zaten ze, met bonzend hart
Geen enkel klop geluid
Langzaam gingen de lampjes op
hun helmen uit….
Toen werd de wereld om hen heen zwart……
Hij dacht dat hij zat te dromen
Staarde in het felle licht
Tot hij zijn vrouw zag,
tranen van geluk over haar gezicht
De redding…de redding was gekomen….
Elke dag gaat hij nu weer heen,
maar met een herinnering diep in zijn hart
Aan het ene moment…dat moment van het diepe zwart