Pardon, ik liep langs en ik zag jou kamerlicht aan.
Pardon, dat ik zomaar langs kwam, meschien had ik eerst moeten bellen en niet zomaar op de deur kloppen.
Pardon, voor het situatie, ik had het niet bepaald maar nu staan we hier tegenover elkaar.
Ik denk dat ik me had vergist, je ziet er mooi uit, maar ik wil je nog vertellen, Mijn leven dat ben jij, en alleen jij.