vroeger dacht ik vaak
oh wat zit het leven tot raar in elkaar?
waarom lachen mensen nu?
later leerde ik zelf lachen
soms niet van s morgens vroeg
s avonds heel laat werd er wel eens een traantje geslaat
vroeg dacht ik vaak
oh wat voel ik me raar?
waarom roepen die mensen nu?
later leerde ik zelf roepen
want weet je
die mensen die roepen en die lachen
die zijn gewoon gelukkig
daarom roep en lach ik mee