net afgemeerd,gezeten aan de bar
glas in de hand,de zoveelste sigaret
opgaand in rook,de blikken star
op de te korte rok,sta op,koop haar in bed
zij zichzelf offrerend,mede of door de drank
professioneel haar lippen nat en open
zegt mij wat slissend is haar klank
de prijs,valuta mij ontschoten, we lopen
de kamer,door neonreclame knipprend verlicht
't laken zoals altijd grauw, de muffe geur
valig de kleur van haar tijdloos gezicht
dein ik opnieuw mee, eeuwige sleur
's ochtends de trossen los, anker geheven
lading gelost, steven gewend naar horizon
de kater, door zeelucht, zilte wind verdreven
ik kijk omhoog,boven me zweeft weg een ballon