Wat ik nu ben tegengekomen
hoop je alleen maar in je stoutste dromen
wat er nu is gebeurd
zijn onze beide harten van gescheurd
ik ging naar mijn moeder toe
en vraag me niet hoe
maar als ik reed achteruit
sprong mijn poes opeens vooruit
ik beet op mijn tand
misschien was er toch niets aan de hand
dit ging ik heel hard hopen
want ik zag haar toch nog lopen
maar bij terugkomst was Beth niet binnen
heeft gans de nacht niet op ons bed liggen spinnen
ik was in alle staten
ging mezelf immens haten
maar wie denkt nu aan dit gevaar
Beth loopt hier al tien jaar
loopt nooit op straat
en ‘k weet dat ze auto’s haat
om vier uur gaan zoeken
maar alles is zo donker in de hoeken
en voor de vogels gebruiken wij geen licht
omdat ze daardoor worden opgeschrikt
dan maar terug naar bed
waanideeën uit hoofd gezet
en dan maar hopen
dat het daglicht vlug aan kwam lopen
daar lag ze dan in een bol gedraaid
mijn hartslag plotseling weggemaaid
versteven van de kou
door de kilte van de morgendauw
naar veearts gebracht
die warme lampen aanbracht
een infuus stak
terwijl mijn hart brak
ze is er nog altijd
mens wat een strijd
angst tot op heden
dat ik mijn eigen poes heb doodgereden
ik heb smeekbeden naar mijn zus en broer gestuurd
dat ze Beth maar terugstuurt
als ze aanklopt aan de groene wei
want ik wil haar nog een paar jaartjes bij mij
lieve Beth vecht alsjeblief
wij hebben U nog veel te lief
jij bent zo bijzonder
gewoon ons poezenwonder