Het begon druppelend en brabbelend
Als een onbetekenend bergstroompje
Helder en fris kabbelend
Tussen gras, een kei en een boompje
Gaandeweg en onbewust
Zwol het beekje langzaam aan
Bruisend van levenslust
Op weg naar het doel van haar bestaan
Na een laatste kronkeling
Zie ik haar schitterende stroom verschijnen
En als een onweerstaanbare fonkeling
Onvermijdelijk in mijn hart verdwijnen