Mama
ik ben het meisje kwijt
dat vroeger in me woonde.
Ik ontmoet haar sporadisch
als ik ’s nachts eens durf te dromen.
Mama
ik ben de weg kwijt
en ik durf niet meer te hopen.
Toon me de weg alsjeblieft,
dat is toch wat mama’s doen?
Mama
geef me je hand, ik smeek je
of ben jij ook jouw weg verloren?
Ik wil jou zoveel vragen
maar ik weet niet of jij weet
dat je me soms zo’n pijn doet
terwijl ik dit steeds vergeet.
Laat me,
jouw meisje zijn, jouw dochter,
jouw vriendin.
Ik weet niet of dat lukken zal,
misschien heeft het gewoon geen zin.
Papa jij kent enkel
het meisje in mij,
dat je voorlas,
die je schat was
en je dan zomaar
liet verdwijnen.
Papa ik ben je kwijt,
ik weet niet wie je bent
en het spijt me als het pijn doet;
maar jij hebt me nooit gekend.
Die afstand deed me breken
maar het was alsof je ’t wou.
Ik ben een dochter van een vader
maar jij hoopt niet die van jou.
Ik laat je dan maar gaan,
want dat is toch wat je wil.