Ik denk eens terug aan vroeger.
Klein, lief en zacht was ik.
Ik kon niet zo goed horen.
En was een bangerik.
Mijn oren werden beter.
En bij mij groeide de moed.
Ik kon iedereen horen.
En dat deed me oh zo goed.
Toen ging ik langzaam groeien.
Ik werd een stoere bink.
En bij elk klein wondje.
Hield ik me dan ook flink.
Ik werd ook een klein boefje.
En deed wel eens gemeen.
Ik nam dat gedrag over.
Van alles en iedereen.
Ik heb ook wel eens gestolen.
En ik weet dat het niet mag.
Maar ik kwam altijd weer naar buiten.
Met op mijn gezicht een grote lach.
Al die kleine momenten.
Ik vind het heel erg fijn.
Hoe zou het anders zijn gelopen.
Als die momenten er niet zouden zijn.