Ik had een droom vannacht.
Het ging over geld en macht,
Maar geld kun je sparen,
en macht kun je vergaren.
In mijn droom had ik ze allebei.
En toch was ik niet blij.
Ik had een gevoel dat ik iets moest geven,
Maar wat, ik kon het niet weten.
Denkend daaraan slaap ik weer in.
Als ik het toch ooit eens vind.
De volgende morgen word ik wakker van de wekker.
Die droom van vannacht zat me niet helemaal lekker.
Eerst maar een bakkie koffie en een krant,
Ik voel me niet echt lekker,
Wat is er toch aan de hand.
Dan gaat de echte wekker,
En ik voel me kiplekker.
Ik weet ook hoe het komt,
zoals je toen voor mij stond.
Want je hebt iets tegen mij gezegd,
En je meende het echt.
Een maand geleden keek je mij aan,
Een maand geleden zag je me staan.
Een maand geleden heb ik teruggekeken.
Een maand lang heb ik geweten,
Dat je zoveel om iemand kan geven.
Een maand lang heb ik je gemist,
Als je dat toch eens wist !
Maar nu ben je weer hier
En dat doet me meer dan alleen plezier!
Je denkt mischien een raar gedicht ?!
Maar wat ik eigenlijk zeggen wou,
Is dat ik van je hou !