Dromen, die niet uitgekomen
steunpilaren zijn van lucht.
Hangend als wat loze zomen
die verwelken als een zucht.
Beelden die ’t werk’lijke niet raken.
Ongeremd ,brutaal. Als waas
uitwaaierd van de daken
opgepakt zijn door de dwaas.
Houding van het zelf gemaakte.
Los van God, Die Schepper is.
Opgeschroefd tot ’t schijnvolmaakte.
Nul maal nul, dus altijd mis.
Mens gebonden. Slechts vertrouwen
in ’t beperkte dat niets kan.
En illusies uit te bouwen
tot een uit te spreken ban.
Vreugde om wat nooit zal komen.
Blijdschap om wat niet bestaat.
Tot straks alles wordt ontnomen
al ons zijn daarin vergaat.
th