Onbereikbaar.
Terwijl de wind haar lange armen naar me uitstrekt en door mijn haren woelt, loop ik steeds verder weg. Tranen ontsnappen uit mijn ogen en vluchten langs mijn wangen de diepte in.
Terwijl ik mijn hart voel bonzen in mijn keel probeer ik je in te halen! Maar je bent te ver weg, bent bijna uit het zicht verdwenen. Ik voel hoe mijn hart bloedt wanneer ik mijn hand naar je uitsteek en besef dat je niet meer terug komt. Je gedaante in de verte is nu nog slechts een vage schim die elke nacht weer terug zal keren in mijn droom. Ik begraaf mijn gezicht in m’n handen en huil bittere tranen. Nu ben je nog een geboren herinnering, maar bij verloop van de tijd sterf je langzaam aan en ben je slechts nog een illusie of een vage droom. Ik vraag me af of ik morgen nog wel zal leven, nu ik je echt heb verloren is het onmogelijk om nog hoop te hebben dat je terug komt. Ooit was ik het meisje dat jij van me maakte, lachend, spelend, vol van jou liefde! Maar nu ze je van me hebben afgenomen, om God weet welke reden, is mijn kleine wereldje in elkaar gestort en dwaal ik nu nog tussen de ruïnes van wat eens mijn perfecte leven bleek te zijn. Weerloos en met een gebroken hart haal ik mijn hoofd uit mij handen en kijk om me heen. Daar waar ik daarnet je vage omtrek nog zag schijnt nu alleen nog een waterig zonnetje. Stilaan word ik me bewust van mijn omgeving, het met dauwbedekte gras, de blauwgrijze lucht. Mijn ogen proeven van wat ze zien, mijn neus ruikt de geur van de kilte en doodse stilte om haar heen. Maar mijn hart weigert zich te openen waardoor ik nog dikwijls door dat onleesbare, gesloten boek blader. Langzaam kruk ik me recht en droog m’n tranen. ‘Je bent er niet meer’ deze gedachte is ondragelijk, maar de pijn die daarbij gepaard gaat is nog veel afschuwelijker! Het lijkt wel alsof ik mijn leven uit een ander standpunt bekijk niet uit mijn eigen ogen maar uit een hoek kijk ik toe hoe ik mezelf verder loods door het leven. Het lijkt wel alsof ik niet meer mij ben, maar iemand anders. Langzaam slenter ik naar huis. Duizenden vragen spoken door mijn hoofd, waarom verliet je mij?, heeft dit nog zin?, kan ik leven met de gedachte dat ik je nooit meer terug zal zien?, maar deze vragen kennen geen antwoord dat voor mij besteed is. De tijd zal uitdraaien wat mijn lot beslist.
Ik denk nog elke dag aan je terug, aan onze leuke tijd samen, de tijd heeft uitgewezen dat het onmogelijk is om je dierbaren te vergeten. Je herinnering is geboren en zal altijd blijven voortbestaan in mijn hart, ik zal haar mee dragen en koesteren in mijn tranen. De pijn voel ik nog steeds, maar ik ben bang dat die nooit zal afnemen; daarvoor is het verlies dat ik geleden heb veel te groot geweest…