Ik zit op het toilet,
tijdens het schrijven van dit gedicht.
Er plonst 'n drol in 't gat,
ik houd mijn ogen dicht.
Ik zit op het toilet,
en ik denk na over het leven.
Terwijl ik al plassend,
aan de bril blijf kleven.
Ik zit op het toilet,
en ben nu bijna klaar.
Ik denk nog maar aan een ding,
vegen maar.