o gruwelijke vreugde, daar zijt ge weer, net nu we ons verheugden dat ge de wereld had verlaten, als een rotte appel vol gaten
vrolijk dwarrelt gij in het rond, vreugde houdt een mens gezond
gij laat u drijven met de wind, verschijnt dan weer eens in een kind
hoor nu toch die lach, is er nog iets mooier?
dan de leegte achterna, is er nog iets dooier?
want vreugde vult de leegte op, maakt ons lichter in onze kop
maar waar vreugde is zal leegte komen, van eeuwige vreugde kunnen we enkel dromen
we mogen niet vergeten, dat vreugde slechts ontkenning is, ontkenning is van het gemis dat we altijd voelen, waar we ons in woelen
de vreugde maakt ons wijs, dat zij tegen elke prijs, de leegte zal verdrijven, om bij ons te kunnen blijven, en dan bij onze dood, met haar laatste krachten, op ons gezicht een lach zal toveren, om waar we nog naar smachten
vreugde is een klucht, niets dan gebakken lucht, ze is kortstondig en onmondig, een kwaal van het moment, die eventjes ontkent, dat vreugde niet voor ons is
we zijn geboren mensen, die eeuwig zullen wensen, die altijd blijven dromen, maar nooit ergens toe komen
we leven in de toekomst, en nimmer in het heden
we willen altijd meer, en zijn met niks tevreden
de kloof tussen droom en realiteit wordt alsmaar verder uitgebreid
tot we op het einde weten, dat we vlug zullen worden vergeten
dat leven slechts een dwaling was, een snel versleten nieuwe jas
vanuit het donker kwam er licht, en donker beneemt ons opnieuw het zicht
het leven is geen onderricht, 't is tachtig jaar in een gesticht
tussen zes miljard gekken met vreemde bekken, die elkaar niet snappen, die enkel maar zappen, die dromen van geld, omdat men hen heeft verteld, dat je daar vanalles mee kan doen, want vreugde is te koop met poen
vreugde is een lelijk goed, 't is vergif maar smaakt zo zoet
vreugde laat ons dingen zien die er eigenlijk niet zijn, ze verheldert onze doffe blik, maar dat is enkel schijn
vreugde is een drug, verdwijnen doet ze vlug, maar ze laat altijd iets achter, het maakt ons niet doordachter,
we willen er opnieuw van proeven, en niet meer in deze hel vertoeven
maar luister eens hier, naar wat ik vertel: deze wereld is een hel
we moeten er mee leven, en nergens iets om geven, we moeten ons verharden, we moeten ons beschermen, om niet te worden bevlogen, door nieuwe vreugdezwermen
we moeten deze wereld eindeloos verachten, en nergens iets van verwachten
we moeten ons vervelen tot niks ons nog kan schelen
en dan komt het inzicht, dan kan je het zien: de wereld is een hel, die ik niet verdien
ik moet de wereld beter maken, weg met al die andere taken
vreugde maakt ons zwak, het is een dun laagje lak
vreugde maakt ons dom, maar daar geven we niet om
om te weten hoe het zit, moet je kruipen door de shit
om te weten hoe het voelt, wat men met die hel bedoelt
en dan kunnen we beginnen, nadat ik dit heb meegegeven:
't is allemaal niet zo slecht
ga in vreugde en vier het leven!
wat te denken van dit gedicht? hoor ook ik in een gesticht?
ja ik weet het zelf niet, of ik beter lijd dan wel geniet
vreugde blijft ook mij verachten, ontdoet me soms van alle krachten
alles wat ik heb gezegd, is helemaal waar, geloof me, echt
maar soms dan komt er twijfel, de hemel die gaat open
Jezus komt eruit en zegt: je moet altijd blijven hopen
dan word ik wakker en ben ik weer de stakker, die ik van tevoren was
vreugde is een storm in een glas, een glas gevuld met gas
de wereld wordt opnieuw die hel, eeuwig wachten in een cel
wachten op de dood, die ons komt verlossen
schreeuwen in de leegte, om het redden van de bossen, om rechten voor de dieren, om het leven niet te sieren met nutteloze vreugde, waarop we ons verheugden, en die ons snel weer achterlaat, wat maakt het uit, het is te laat, 't s tijd dat iedereen vergaat
einde, voor altijd