Er werd kind een engel geboren op aard voor mij
Doch ze lag toen nog in die Schumanse dromerij
Maar ik schilderde ze reeds in haar ballettutu
Waarop mijn studiebroeder vroeg wat doe jij daar nu
Zo kreeg ik op zijn verzoek wat pianoles bij
Wie weet tekende ik ze anders niet bloot en vrij
Doch met zo’n gave stond ik niet meer op hun menu
De goede leerling was nu opeens de parvenu
Iemand die niet meer zweeg op retraite in de rij
Die duivelse taal sprak boordevol beuzelarij
Tot zijn vriend de kop van de klas bij dat eind revue
Naar mij naar ik de staart stond te roepen sodeju
Niettemin was ik inwendig opgelucht en blij
Want al dachten de mensen bij henzelf wat een ei
Of al lachten ze mij uit nog zo ruw nog zo cru
Zag ik ons reeds dansen samen in ballettenue