Waarom doe ik het toch?
Ik begrijp het niet
Waarom ik zo ver ga
Alles lijkt zo verloren
ergens ver, ergens
niet hier
En toch-
toch zoek ik het op
keer op keer
weer
Iets wat niet bestemd was
wat niet zou mogen
en het klinkt zo mooi
en het houdt niet op
wat ik ook doe, en
wat ik ook wil, niets
houdt mij tegen
en ik doe het
Maar waarom?
Waarom laat ik mij gaan
iets geheim, niet voor mij
Ik mocht het niet weten
en toch, moest
het weer
Ik wil het loslaten
maar ik kan niet
Ik wil het vergeten
maar het blijft bestaan
Die drang, die drang dat-
door mij gekend-
daar op mij wacht
's avonds, als de wereld
zachtjes in een droom vergaat
en niemand mij kent
Dan ken ik mijzelf pas,
wanneer niemand fluistert
dat de wereld toch zo mooi is
en dat het niet zal vergaan
Pas dan stop ik, maar-
zelf al is het mooi-
wanneer houdt het allemaal op
Ik wil niet meer wachten,
niet meer op een slapende wereld
op een droom over vroeger
op een drang dat maar niet-
weg kan gaan.