Altijd van mijn handen..
vuisten gemaakt..
en door gegaan..
elke keer weer..
als ik verwoest werd..
bouwde ik opnieuw..
mijn berg op..
terwijl mijn schutting..
steeds hoger werd..
en elke keer weer..
afgebroken werd..
en de zon eindelijk weer..
op me neer daalde..
met jou aan mijn middel..
dacht ik altijd voorgoed..
af te zijn van mijn..
afsluitende schutting..
maar niets is wat het zijn moet..
Want elke keer weer..
braken ze mijn hart..
en begon ik met bouwen..
van mijn schutting..
depressief wordend..
van de leegte en eenzaamheid..
schuttingen meters lang..
de zon van me afgesloten..
niet willen terug denken..
aan die mooie verloren tijd..
Nu weer..
de schutting staat er al weer..
een tijdje..
maar er zitten kieren van hoop..
die ik niet kan dichten..
omdat ik het niet kan afsluiten..
niet op de manier hoe het is gegaan..
het maakt mijn vuisten losjes..
en mijn schouders beginnen..
te hangen, steeds meer..
mijn tranen lopen elke seconde..
terwijl de klok tikt..
en ik wacht totdat de kieren..
zich vullen met verlorenheid..
verloren zekerheid..
Hoe het dan zou verder gaan..
ik weet niet hoe ik reageer..
als mijn schutting weg is..
en ik met een depressief gevoel..
vrienden moet worden..
met iemand die ik wil vasthouden..
te dicht bij me wil hebben..
ik weet alleen..
dat ik niet tegen de kieren kan..
het verward me..
en ik kan het niet afsluiten..
ik kan zo niet verder..
als het zo blijft..
kies ik niet meer voor..
het vechten tegen een vriendschap..
of het opbouwen van een berg.