En opeens zweven wij weer in het onzichtbare deel,
de bus word naar beneden gedrukt door mijn handen,
en zoals elke nacht is deze langer dan de vorige,
steeds verlies ik een stukje meer vertrouwen op je woorden.
Vergeef mijn ironie, maar het bier is op,
we zouden moeten vergeten wat ons is gezegd,
de Teddyberen weggooien, ik zal van je houden.
De sneeuw -die er overgens niet eens is- bedekt je gevoel,
je armen zijn te kort om driehonderd kilometer te knuffelen,
je ogen zijn te mooi om te negeren,
zou het wat uit moeten maken?
En of de bus nu op de grond staat of in de lucht zweeft,
alles gaat fout, maar 't is goed,
ik hou je hand vast, al zit ik niet in een donker hoekje in je hoofd.
Ik zal je leren hoe je koken moet,
met pen en papier voor de open haard zitten,
mijn Teddybeer verbranden, en de wijn vast klaarzetten.
Zoals je weet, L.iefste, ik leef voor jou!