Ik zou haar in armen van steen kunnen nemen
en in de doodkalme tong van ' t gesteen
spreken van onvoorwaardelijke liefde.
Heel soms durf ik te hopen dat ze nog leefde,
de wereld waar jij nu voor leeft, is zo ver bij jou vandaan,
je zou eens moeten bellen naar die onderwereld,
ik zou je mijn liefde toe willen werpen,
afwachtend op jou reactie, ik zou je willen omarmen.
De onvoorwaardelijke liefde zou uit mijn ogen moeten springen,
mijn ogen springen niet, stuiteren op en neer,
ik bekijk de binnenkant van mijn schedel,
jou leegte is ondoorgrondelijk, je woorden zo herkenbaar.
Ik hou van je, echt!