Van harte, mémé en pépé, want 55 jaar neigt naar de eeuwigheid.
Je bent mijn liefste doornenstruik
en ik je rode roosje
soms prikkel jij me zachtjes
en verlies ik mijn glans
of druppel ik onze liefde
in het lentegroene gras
Het lijkt al jaren winter
jij zet wel vaker je stekels op
en ik droom van verre oorden;
daar zijn mijn bloesems meer
dan heel onze boomgaard waard
Je bent mijn liefste doornenstruik
en ik je rode roosje
soms prikkel je me zachtjes
maar liefde brandt in onze haard.