Alzheimer,
Keukenschort en eeltige handen,
Leren jas en ruikend naar olie en smeer.
Een veilig huis waar de kolenkachel brandde
Een stalen lunchdoos met een boterham meer.
Mijn pyama voorverwarmd
Die extra boterham bij thuiskomst voor mij,
Ijsbloemen op de ramen
De tijd raast voorbij.
Moeder met looprek vanaf het tuinpad omkijkend naar haar huis
Ik kijk en mijn maag krimpt ineen,een traan
Weet zij dit is afscheid,
Dit pad zal ik nooit meer gaan?
Wachtend op de stoep bij Stadszicht,
Busje komt zo...met vader en zus
Tranen die niet willen stoppen,
Eindhalte voor vader , ogen dicht geklemd in rolstoel uit de bus.
We laten je niet alleen pappa,
Dit is je nieuwe huis,
Je bent zo weer samen met mamma,
Mijn God,het is te zwaar dit kruis.
Als dan steeds sneller de herkenning wegblijft
De vertwijfeling in de ogen duidelijk word,
Er niet meer gevraagd word naar het heden,
En de antwoorden worden kort...
Dan is het slechts een kwestie van wachten,
Verdriet en onbegrip,
Lange dagen,nog langere nachten,
Op je eigen verstand totaal geen grip.
Kinderen teren op herinneringen
Ouders zijn onrustig en verward.
Kinderen worden ouders
Ouders worden kinderen
Mag God genade geven
Niets meer kunnen delen,niet even bellen voor goed nieuws.
Geen raad meer vragen,niet meer lachen om toen...
Slechts een vieze neus afvegen
En een schoon overhemd aandoen.
Alzheimer een sluipmoordenaar
Steeds meer word je afgenomen
Een lichaam alleen daar.
Te laat om te vertellen hoeveel ik van jullie houd
Biddend om verlossing
Biddend om een regenboog met aan het eind jullie pot met goud.