als er al een hemel
op aarde bestond,
in plaats van rijstpap met gouden lepeltjes,
't verhaal dat men pas later uitvond,
dan volstond
koffie en gebak onder de februarizon,
jouw glimlach en alles op 't gemak,
ruimschoots voldoende voor ons,
esoterische winkeltjes afschuimen,
drie halen en twee betalen,
't geklingel van een kerkklok,
'n gezellige babbel op een bank
onder de boom van kennis en onschuld,
liefdesfoto's aan de dijk,
de jaloerse blik
dwars door de naakte huid,
van 't Alziend Oog dat wijst,
kijk ! oh, wat een zonde !
maakte mij 't onderscheid
tussen goed en slecht wat uit,
zolang jij
mij tot vurige verlangens bewegen kon,
't kortstondig leven in 't paradijs
' mooie liedjes duren niet lang '
zei je weemoedig dan,
vol angst hoe 't aflopen kon,
want 't geluk heeft ook een prijs,
maar daar dacht ik toen
volop genietend
van jouw verboden zoen,
onwetend, niet 'an !