Tranen rollen over mijn huid,
als regendruppels langs een glazen ruit.
Het glas tegen mijn voorhoofd is koel,
zacht gerinkel van ijsblokjes
het enigste geluid.
Dwaze gedachten,niet te bedwingen,
toekomst,heden,herinneringen.
starend naar foto`s op schoot,
scheuten van pijn door mijn hart
mijn ziel ligt bloot.
Mijn hand reikt bevend naar voren,
zoekend naar hen die ik ben verloren.
vingertoppen strelen de contouren
ik voel de pijn,
van het afgesneden zijn.
Als schimmige wolken,voorbij gedreven,
komen gedeelde gesprekken en momenten tot leven.
Tranen glijden
langs
mijn huid,
ingehouden snikken
het enigste geluid.