Een klein vuurvonkje,
ontstak
een groot vuur
Wat
op den duur
zich verder
Spreidt
Over vlaktes en bossen
maait
Niet
in de hand
Te houden
Overal zijn,
vuurklauwen
Geen woord,
houdt ze tegen
Zij,
zij zijn niet verlegen
Ooit zal,
zal het vuur doven
Ook al kan ik,
kan ik niet
niet beloven
wanneer