Sneeuw, ijs en kou
Een lucht zwart en grauw
En daaronder een mens alleen
Op het bot verkleumt tot steen
Een sprankje hoop in haar hart
Op jou wacht zij met smart
Jou liefde is wat haar opwarmt
Heel lief haar hart omarmt
Al het grauw dat plots verdwijnt
Zodat de zon weer schijnt
Schijnt op haar en jou
En ontneemt alle kou