Je laat mij beven en leven in angst
Jij mijn eerste liefde mijn mooiste droom
Dag na dag krijg ik wat minder ontvangst
Van groentjes vallend uit die appelboom
Het luchtkasteel van waarlangs naar hierlangs
Met of zonder een familie stamboom
Want ik was en blijf toch maar tweederangs
Hoe onkuis ook of levend nog zo vroom
Dus vraag ik u platonisch om ter bangst
Heb toch wat medelijden met die oom
Die zo van zijn muze hield om ter langst
Meegesleurd in mediterende stroom
Doch de lenteliefde ging mij voorlangs
Terwijl ik nu genaaid lig ik jouw zoom
Als oud naast die jeugdigheid van onlangs
Bij jouw tiktak stilgevallen metronoom