Wachtend,
op jou,
terwijl de zoete dromen terugkomen.
Verder en verder,
zweef ik weg,
weg van de realiteit.
Niet zo ver,
brand een kaars,
ik voel de zachte warmte.
Loop verder,
kaarsje flakkert verder,
het word sterker en sterker.
Daar aangekomen,
zie jou,
zittend op de grond,
met het kaarsje in je hand,
je geeft het aan mij.
Je dwingt me verder te lopen,
met het kaarsje in mijn hand,
zoek ik de weg naar buiten.
Langzaam,
verdwijnen de zoete dromen,
realiteit komt terug.
De realiteit is,
dat jij niet meer bij me bent...