Je ogen waren liever dan
andere ogen.
Ze vertelde
verhaaltjes.
Terwijl ze je gedachten
beschermden.
Hoe ze
naar me keken,
zoals nooit iemand keek.
Je mond was mooier,
dan andere monden,
Je lippen zachter
en zoeter,
Je tanden sterken
Hoe ze zich voorzichtig over elk
woordje bogen
en ze dan zeiden,
dan ze van me
hielden,
ik ook van jou!
ik altijd van jou!
(voor jou omdt je zo goed was in het van mij houden)