Daar staat hij stijf geboord
witte col op witblauw hemd
zwarte mouwophouders
blinkende puntschoenen met veter
onder donkergrijze maatpakbroek
kleurloze bretels verstoken
onder openstaande gilet
waarin, in de linkerzak,
een grote horloge geketend rust
een vlinderdas maakt het beeld af
van een streng rechtvaardig man
de regel in de linkerhand
het stuk krijt in de rechter
het lesboek opengeslagen
vóór hem op zijn lessenaar
het ziekenkasbrilletje -lorgnet-
van voor op de neus gezakt
ogen fonkelend onder de zware wenkbrauwen
lezen de tekst van op afstand
(kent hem waarschijnklijk vanbuiten)
onze onderwijzer Nederlands
(bijnaam 'de havik')
in vervlogen dagen, aangesproken
met meneer, respectafdwingend
(de tijden zijn wat veranderd. Wij werden wijzer onder hem)