De golven fluisteren je naam op de cadans van eb en vloed.Ik staar naar de vloedlijn terwijl de regen in mist veranderd wanneer zij het water aanraakt.Mensen van wie ik dacht dat ze mijn vrienden waren staan achter me op een klif.Ze fluisteren,ze lachen.Terwijl de golven je naam weer fluisteren draai ik me van hun weg en loop ik naar het water.De wind laat de mist over mijn gezicht glijden.Ergens hoor ik zacht je stem.Ik loop door gedreven door een verboden liefde.Ik zie je op een rots zitten, je lippen bewegen,maar de wind maakt je woorden onverstaanbaar.De nevel glijdt langs je benen omhoog naar je gezicht.Je glimlacht en kijkt me aan met de ogen van een engel.Ik loop naar je toe en til je van de rots.Samen lopen we terug naar de kustlijn.De klif is leeg.De wind gaat liggen.De maan schijnt over jou en de rest van de wereld alsof alles uit as bestaat.Je draait je om en gaat met je rug tegen mijn hart staan,terwijl je mijn armen om je heen slaat.Je haar glijdt over mijn gezicht.De zoete geur van jasmijn stijgt op vanuit je nek.We zeggen niets, er gebeurt niets.We staan te kijken hoe de nevel optrekt en de zon het as verdrijft met licht.Zo zou ik voor eeuwig met je willen blijven staan.
Ik hou van je.