We kunnen de zomer niet de schuld geven.
Want eigenlijk, voordat het begin begon liepen we ten einde,
we waren te ver gegaan, deden domweg wat ons ingegeven werd
door lustgevoelens en een benevelde wereld,
we beminden elkaar tot het pijn deed, en toen nog eens
Alles op onze eigen-wijze, tegendraads en hard tegen hart,
gevoel is zwakte en waren wij niet ieder afzonderlijk sterker
dan de momenten waar het echt om ging, tussen ons
en morgen ligt dezelfde eenzame nacht, want we verliezen
Maar mijn hart klopt wel door, al omhels je me nu
zonder me aan te raken, en lach je met vermoeide ogen,
ik houd je wel wakker tot we elkaar weer zien
want het kan nog niet afgelopen zijn