Linke Nelis part: 5
Gedreven door die wind werd daardoor aangevoerd
Een koets met een ambtenaar die goed had geboerd
Met veel geraas, stof, gedonder en onweer
Stortte dat hele zaakje nu bij Nelis neer
Hierna zakte den opkomende wind weer direct af
En Nelis vond dit allemaal toch maar heel goed maf
*
Nadat hij eerst voorzichtig had gekeken door de ruiten
Wilde de ambtenaar nu bijna verfomfraaid naar buiten
Met een nog door Nelis in te vullen werkbriefje in de hand
Stapte hij nu in het Zilveren Woud en het dode vogelland
"Ik bied u hierbij een levenslange uitkering aan,
Zodat u nooit meer uit werken behoeft te gaan"
*
"Zo !", dacht Nelis: "Die Bosstrol was dus te vertrouwen,
Zo'n Bosstrol is dus iemand waar je nog op kunt bouwen"
De ambtenaar, Nelis in overpeinzingen beziende hierover
Zei: "Maar we zijn 't nog niet eens helemaal daarover
Eerst moet u dit werkbriefje invullen voordat het ingaat
En doet u dat maar snel, want anders is het mooi te laat"
*
Zo sprekende gaf de ambtenaar Nelis een ganzeveer
Daarmee ging onze Nelis flink op het werkbriefje tekeer
Maar pas na uren van monotoon en ijselijk gekras
Was de ambtenaar met het werkbriefje in z'n sas
Hij nam het echter in ontvangst met een vreemde pas
En stak het daarop met een holle lach maar in z'n jas
*
"Op naar het arbeidsbureau", schreeuwde hij toen schel
En stapte triomfantelijk weer in de koets heel erg snel
Daarop ging het hele zooitje er weer in den lucht vandoor
Nelis was blij, want hij vond dit alles maar vreemd en goor
Toch zuchtte hij, want hij wist niet hoe het verder moest
Ineens was hij op een alles en iedereen zo heel erg woest
*
Razend kwam hij lopende over vogels enige minuten later
Tot bedaren bij een meertje met zilver glinsterend water
Het water kabbelde rustig met gouden geklots
In het midden zag Nelis een Zilveren rots
Daar op die vreemde plek in het meertje ontwaarde hij
Iemand die naar hem wenkte en riep: "Kom naar mij !"
*
Tegelijkertijd maakte zich van het eiland los een bootje
Nelis vroeg zich af: "Tsja, nemen ze mij nu in het ootje ?
Hij wist niet beter te doen dan te kijken en te wachten
't Leek wel alsof er iemand naar hem zat te smachten
Iemand in een lange monnikspij bestuurde de boot
Nelis kon hem nog niet goed zien, wat hem verdroot
*
Tot dicht aan zijn voeten legde de gondel nu vreemd aan
Met schrik zag hij Charon, de oud-Griekse veerman staan
Deze wenkte hem met knokige vingers en met wat drang
"En sprak met diepe stem: "Kom, maak het niet te lang"
Aarzelend stapte Nelis nu in den gondel met die baas
Ze voeren direct weer over het meer met wat geraas
*
"Ik ben Charon", sprak de gedaante in de monnikspij
"Ik ben gedegradeerd tot veerman, en dus niet blij
Eens was ik overal de baas en had ik alle macht
Dat ik ooit tot dit zou afzakken had ik nooit gedacht"
"'k Heb geen behoefte aan uw verhaaltjes", zei Nelis
"U moet weten dat ik zo Link ben, dat mij niets te veel is"
*
Charon draaide zich hierna om, dreigend en en niet blij
"U zúlt mijn verhaal horen, of u wilt of niet", sprak hij
"Hmmm, goed", meende Nelis: "als het niet anders kan ?"
Hierop zei Charon dat hij ooit leefde als een gewoon man
Hij had toendertijd een normale baan van acht tot vijf
En werkte heel erg hard, dat stond wel buiten kijf
*
Maar plots ging het bedrijf waarvoor hij werkte failliet
Dat gebeurde net toen hij verkering had met een griet
Maar toen hij ontslagen was ging zij er gauw vandoor
En daardoor ging voor hem een goede toekomst teloor
Menig arbeidsbureau (nu CWI) nam het toen te grazen
Maar hij glipte hun toch door alle re-integratie- mazen
*
Uiteindelijk toch wel helemaal ten einde raad
Kreeg hij het zonder geldsmiddelen wel goed te kwaad
Geestelijk murw gebeukt door de harde maatschappij
Meldde hij zich bij het CWI, met: "is er werk voor mij ?"
Toen werd hij geplaatst in het sprookje "Gruwelkapje"
Hij speelde daar een Vleerwolf met trek in een hapje
*
Dat sprookje flopte, en het salaris was niet: je van hét
Daarom had hij er snel weer een punt achter gezet
Daaropvolgend las hij een blad genaamd: Sociaal Bestek,
"Gezocht: iemand voor 100 zwarte klussen, beetje gek"
Daarop moest hij toen van het CWI solliciteren
En nu moet hij als Charon veel mensen mores leren
*
Nelis kreeg echter geen medelijden door dit verhaal
Maar dacht slechts: "deze boottocht wordt fataal"
Want hij zag- en merkte hoe met een harde bonk
De boot tegen het eiland voer en daarop heel snel zonk
Charon, in de greep van zijn verhaal, had niet opgelet
En de boot veel te snel tegen het eiland aangezet
*
De goede veerman zag dit al niet met lede ogen aan
Want de gondel zou nu met man en muis vergaan
Alleen Nelis, een goed zwemmer, overleefde trots
Maar 't bleek hem nu: 't eiland was een zilveren rots
Bovenop zat een naar hem wenkende meermindermin
Maar na zijn ervaringen eerder, had Nelis niet veel zin
*
Nelis nam eerst even de tijd om alles te overwegen
Weliswaar was hij normaliter nooit zo erg verlegen
Maar het spelen in een verhaal als dit was andere koek
Toch nam hij na enige minuten een besluit heel kloek
Draaide zich om en sprong weer in het water
Daarbij lette hij niet op een opkomend geklater
*
De meermindermin was hem na gesprongen, jawel
Ze wilde hem verleiden en daarna doden, heel erg snel
Dat had zij vanaf de zilveren rots al menigmaal gedaan
Maar bij Nelis moest zij voor het eerst voor aapje staan
Woedend en razend doorkliefde zij het zilveren water
Maar onze Nelis pareerde haar en sloeg geen flater
*
In een ijltempo, sneller dan met Charon's boot zo net
Had hij de oever alweer bereikt en voet aan land gezet
Met teleurstellende kop zag de meermindermin dit aan
Voor haar was het nu met haar arbeidscontract gedaan
Jammerend verdween zij dan ook in de zilveren golven
Die haar, en haar toekomst nu voorgoed bedolven
*
Nelis schudde zich na zijn snelle zwempartij goed droog
En hij meende: "Tsja, dit was iets dat er niet om loog
Maar wat moet ik nu bedenken om nu nog te gaan doen
Op deze plek heb ik ook niets aan mijn uitkerings poen"
Opnieuw moederziel alleen was hij op 'n onbekende plek
Zolangzamerhand dacht hij: "tsja, schiet mij maar lek"
*
Tsja, om dóór te gaan met alles, daaraan had ie geen zin
Hij zag de waarde van alles ook niet meer zo heel erg in
Zijn besluit om alles maar op te geven was nu snel genomen
Hij maakte aanstalten, en hoorde hem zodoende niet komen
De Vleerdraack pleegde op schrijfsters verzoek een ingreep
Hij pakte Nelis juist op tijd in z'n nekvel zo heel leep
*
Maar waar zou Linke Nelis nu weer worden afgezet
Nelis wist het niet, was hij nu verloren of juist gered
Kwijlstrot vloog met hem intussen over vele soorten landen
Maar op de meeste plekken hadden de mensen teveel om handen
Om aandacht te hebben voor zulke vreemde schepselen als zij
Lees straks deel (6) dan bent u van dit verhaaltje vrij !
*
Volgende keer verder met deel: 6 (laatste deel)
Flipper