Tranen stromen over mijn wangen.
Je ziet ze niet, je ziet ze niet.
De eeuwigheid houd me gevangen
met oneindige muren van verdriet.
De lach op m'n gezicht is weg geregend.
Zover weg van alles wat ik vertrouwde.
Ik ben onbereikbaar geworden voor jou,
door jou, alles verloren waarop ik ooit bouwde.
Ik dacht altijd er is een kans misschien.
Ja, ik dacht het zelfs tot voor kort.
Tot aan dit moment, maar nu heb ik de deur dichtgedaan
en draai hem op slot.
Waarom, dat vraag ik mezelf wel duizenden malen.
Waarom geloofde ik in al die mooie verhalen?
Die men liefde noemt, vriendschap en geluk.
Ik wil er niets meer van weten al die dingen
kunnen immers stuk.
Tranen stromen over mijn wangen, steeds meer
steed meer zwarte vegen, ik kwam ongelegend.
Jij hebt haar en hier sta ik tussen.
Het vuur wat je hebt gestookt in me, probeer ik te blussen.
Waarom, waarom?
Het is gebeurd, daar tussen de struiken.
Toen sterren straalden en de wind zachtjes ruizde.
Dat is de nacht die ik nooit meer zal vergeten.
Maar een tweede keus word ik nooit en dat zal je weten.