Ik loop niet van problemen weg,
fietsen gaat vlugger!
‘T is donker en al laat.
Ik fiets verlaten,
door eenzame straten.
Een tandje erbij kan geen kwaad.
Voel m’n adem zwaarder worden,
Hijgend trap ik stevig verder.
Sneller!
Vlugger!
Vrijer!
BANGER!
Gedachten spoken als snelle wagens.
Ideeën draaien om de hete brij.
Momenten vliegen als foto’s voorbij.
Ik ging om te vergeten,
fietste als bezeten.
Stap af, mijn fiets in de schuur.
Steek de sleutel in het slot
en heb vandaag weer overleefd.