Samen stonden wij,
in de schemer van de zon.
Het zwakke licht streelde jou wang,
en dat was hoe het begon.
Mijn lippen zochten zich een weg naar je mond,
ze waren zo zacht als fluweel.
Mijn lipstift liet een vlek achter,
het rood was sensueel.
Langzaam zette we het onderzoek voort,
en ontdekkte wij elkaar.
Je fluisterde worden in mijn oor,
je stem was zo betrouwbaar.
Die avond was je nog mijn minaar,
de volgende misschien wel dood.
Ik wist ook niet dat dit zou gebeuren,
totdat de ochtend mij deze kans bood.
Het ochtendlicht werd langzaam sterker,
en de nacht was net gepaseerd.
Voor ons werd het tijd om weg te gaan,
onze laatste zoen was gepassioneerd.
Met gezwolle lippen liep ik weg,
met mijn gezicht richting de ochtendzon.
Lang heb ik moeten wachten,
tot het allemaal overnieuw begon.