De vorst.
De vorst laat ijsbloemen verschijnen op de ramen.
De lucht vriest in de longen vast.
Het innerlijk vuur zal branden.
Bevrijdend van een ijzige last.
Doet de bevroren ziel weer smelten.
Stralen van warmte kleuren het hart.
Het ineerlijk vuur zal heus niet doven.
Het eind van de vorst, verwacht met smart