Nu de nacht te snel over is gegaan
Doet mijn droom niet meer bestaan
Nu mis ik het geheel, het plaatje is niet compleet
Ik, die in mijn droom niets goed deed
Die zonder goede reden
Zomaar overleed
Nu het dag is
Ik die nu op de zaak ben, weet
Dat er iets mist
En nu ik serieus moet zijn
Snap ik, dat alles in mij meegaat met de schijn
Schrijnend, wegdrijvend, de eb trok mij mee
Mij afvragend hoelang het zou duren, voordat
De vloed mij liet stranden
Met een brandend verlangend, spoelde ik aan
Blijkend dat de zee van tijd
Mij meenam in haar liefde en pijn
Wat koud of warm kan zijn
Misschien koos ik voor de kou
Waardoor mijn dromen wegdreven
Net op tijd was er, de vloed
Ik, jij, wij, zoekend naar een zegen
Die in eb en vloed voortleven