Chronische machteloosheid doet m’n relativerend vermogen verdrinken,
fysiek in de diepe gronden, met m’n kin tot aan het water…
Water dat niet het zuurstof bevat, dat mij in leven zal houden,
het bloed van m’n ledematen voel ik stijgen naar m’n hoofd…
Beklemmend is het gegeven van onmacht,
dat mij het verschil tussen hoop en de valsheid daarvan liet beseffen…
Ook één met het besef dat de moedeloosheid zichzelf heeft toegegeven,
toegegeven aan de overmacht van de alomvattende eindigende eeuwigheid…
Gevallen, in weer hetzelfde water van het slagveld,
waar alle zielen klaar stonden om met volle overgave te strijden
in een achteraf, van te voren, verloren strijd…
Maar daar waar de vlag nog staat,
in het laatste mos van een door plastic verkrachte civilisatie,
laat de stervende bries van rechtvaardigheid,
de vlag voor haar laatste maal wapperen...