Het Gruis van Morgen
-Verval-
Het vocht dat zich verzamelt in een wolk van mist, net boven de grond, zal jouw naakte voeten wel kunnen bedekken. Die voeten, die je in willekeurige richtingen gooit, om vooruit te komen. Niet zient waar je
vandaan komt gestampt, kun je niet weten waar de toekomst liggen kan. Ach, jouw toekomst zal mij toch weinig boeien, morgen ken ik je al niet meer. De dag na vandaag zal alleen nog je stoffelijk overschot herkennen als kosmisch gruis, verspreid in al die richtingen die je voeten wilden nemen, maar nooit gelaten zijn.
De hitte die mij verwarmt, nu nog, in de avond, zal jouw zweetdruppels wel verdampen. Die zweetdruppels die onstaan zijn door het niet werken wat je doet, lui slapend op het strand in de volle zon. Je rode - verbrande, al wil je daar niet aan - huid verpest door je zwart/bruine sproeten, in je gezicht leuk, de rest van het lichaam staat het niet. Die luiheid die jouw tegenhoudt te werken, te lopen, te staan en gaan waar
niemand eerder ging, die luiheid zal je nog voor de volgende zonsopkomst veroberen.
De koelte van de nacht, een vrieskist die opgetrokken is, maar al twee uur uitstaat, verkoelt je ogen als je begrijpt dat ik best wel een beetje kwaad ben. Kwaad op je opgedrongen levensstijl, mijn kamers vol
bierblikjes, champagneglazen en gebroken flessen, dat is de herinnering aan jou die achtergelaten zal worden. Jouw verkilde lichaam, verhard als ijs, maar dan wel softijs, blubberig door het nietsdoen dat je al
15 jaar volhoudt. Hetzelfde blubber zal je vermoorden bij dageraad.
De pijn in mijn ogen als je eindelijk voorgoed inslaapt, maar opgelucht dat het eindelijk over is. Jouw gevoel klopte, zoals men dat zegt, vol overgave voor mij, al waren sommige van deze emoties niet altijd aan
mij besteed. Nu dat gevoel gestopt is met kloppen, verstopt achter je eigen wellust, luiheid, woede, en je woensdag begraven zult worden, heb ik nog één vraag aan de dokter:
"Wat doe -ik- nu, in mijn geval" ?