Ik viel naar de bodem
Naar de diepte van de zee
Naar daar
Waar de eindeloze nacht begint
Gebroken vleugels
Omhulden mij
Ik sloeg ze uit
Wou de lucht weer in maar
dat wat gebroken is
vliegt niet
ik viel
tot de diepte mijn adem verduisterde
mijn lach verstilde
mijn naam fluisterde
en ik luisterde
tussen de grenzen van lucht en water
van nu en later
van vuur en wind
zwierf mijn lichaam door het zoute water
tot daar waar de eeuwige nacht begint
de duisternis fluisterde
zachtjes mijn naam
de stilte omsloot me
wou me niet meer laten gaan
en daar
in de diepte
hield ik op
met zwerven