Zijn sonnet ruwweg voltooid
als hij de tweede etage verlaat
voor de verlatenheid
van een eikenbos
tijdens een zachte voorjaarsregen.
Met elke meter
dat Peter vordert
krijgen de veertien regels knoppen
en werden een bloeiende struik
als de voldoening hem verwarmt
en een heerlijk voorjaar
de jas op de kapstok laat rusten.