Dankbaarheid.
Vandaag projecteer ik heel mijn leven
op die hoogstaande vlaggestok,
witgepolijst, op ’t gras verheven
daar boven op de vlag in top.
Zo was de wasdom uit deez’ aarde
waar eens mijn wieg was neergezet
groeide ik op vanuit de schepping
God heeft mijn wasdom niet belet.
Er zitten barsten aan d’onderzijde
er was die wereldoorlog twee
als kind doorleefde ik die jaren
mijn vader die kwam om op zee.
Wij moesten toen ons huis verlaten
de vreemde in , het eigen huis
werd afgebroken ,zinloze vernieling
en nergens waren wij toen thuis.
Maar dan volgt er het glansend witte
een opbouw, school, lieve vriendin
metgezellin voor heel mijn leven
het stichten van een warm gezin.
Er is gerust wat groene aanslag
op deze mast de jaren door
wat ziek en zeer , maar achter ’t groene
ging onze liefde nooit teloor.
Twee touwen klepp’ren rond het masthout
twee zonen die mijn vrouw ons gaf.
De parels , die weer parels gaven
vijf kleinkind’ren tel ik nu af.
De vlag hangt boven rijk de wapp’ren
als dankbaarheid aan onze God
die bij ons woonde al die jaren
en deelde in blijdschap en lot.
Haast vijftig jaren nu tesamen
groots als je dat beleven mag
de vlag in top, dank’bre kleuren
ik kijk er naar met blijde lach.
th