De vertrouwde omgeving van het fort is slechts een schim,
een schim van zijn vroegere bestaan.
Muren zijn vervallen, bieden geen bescherming meer,
tegen invloeden van buitenaf.
De jongen keek angstig om zich heen,
op zoek naar wie hem raken zou.
Voelde zich daar eenzaam, alleen,
voelde een stekende kou.
Wat zou er nu verder gebeuren,
wat was het uiteindelijke lot?
Daar wilde hij nu nog helemaal niet aan denken,
ging herhaaldelijk langs elke optie en voelde zich rot.
Waarom werd wat makkelijk leek, zo ingewikkeld,
dat was niet nodig naar zijn mening.
Of was het een opgezet plan vaan buitenaf?
Moest hij het zien als een soort training?
Hij dacht: "Waar leidt mijn weg me uiteindelijk heen?"
Hoe zou de toekomst er uit kunnen gaan zien?
Hopelijk stond hij daar niet alleen.
Maar in de omarming van ...