Om zo eens te peinzen,
Lang en diep te peinzen,
We wandelen dan
Hand in hand door de stad,
Langs de singel
Een briesje,een klaproos,
Geuren van toen.
Nooit meer te sterven maar
Eeuwig omstrengeld,
In een nacht,lang geleden,
Ja zo wil ik nu dan
De dagen slijten
En slijten dat doen ze,
dat is dan wel zeker.