een beklemmend gevoel, je klapt dicht.
een klein vraagje, en zoveel aangericht.
Je bent radeloos, je weet niks te zeggen,
je zou het loodje er bij neer willen leggen.
En dan toch, je perst het woord ja eruit,
maar het is te zacht, er is geen geluid.
De vraag; 'Wat zei je' wordt gesteld,
Je wordt rood, je had het toch al vermeld?
Je gaat stotteren, maar zegt toch maar weer,
ze kijken je aan, je voelt je zo zacht als teer.
En dan gaan ze weg, je krijgt weer lucht,
En nare gevoel vliegt weg, met een diepe zucht.