Traditie.
Je was eens jong, wilde verand’ren
dat wat zo lang was vastgelegd
in de traditie van de jaren.
Dat al moest worden omgelegd.
Wij wilden flitsende beleven
de prikkels van de nieuwe tijd.
In de muziek, in al ons denken
weg uit slapende gezapigheid.
Maar met t ‘verstrijken van de jaren
verdween er veel van wat je dacht
bijvoorbeeld ‘t ritme, wilde haren.
Herstelde wat het oude bracht.
Gloeide de warmte der traditie
waarin een waarde was verstopt
die duurzaamheid in zich vertoonde
niet tijdelijk was opgeklopt.
De duurzaamheid,zin van het leven
schreef zo ’t geëigende patroon,
waarin de normen uit ’t verleden
terugkeerden in een eerbetoon.
Ontdekten wij in al die regels
die eens terzijde waren gelegd,
het kenmerk van roots en geloven.
Was al dat nieuwe weer geslecht.
th.